Tee’s zienswijze

Tee bleek inderdaad een uiterst hoffelijke Javaan die met veel regenten, maharadja’s en soeshoenans had weten ambtelijk te verkeren in de Gordel van  Smaragad. Hij moet ook een ietsepietsie Chinees bloed gehad hebben. Op Java waren de Chinezen steeds in staat gebleken privileges, immuniteiten en ambtelijke aanstellingen los te weken bij de brute blanke koloniale overheersers in hun negentiende eeuw toe ze daar hun politiestaat stichtten. Tee bezat dus, door familiale geschiedenissen gelooid een uiterste souplesse om met nietsontziende kortzichtige gezagsdragers om te gaan. En hier, in Den Bosch, kon hij deze talenten weer bezigen jegens de ongeremd autoritaire en fascistoïde beroepskatholiek G. Cremers die zijn presidiaat aanwendde om ook in het publieke domein de Alleenzaligmakende Kerk in alle opzichten, ook de zeer suspecte, van dienst te zijn, vooral bij echtscheidingszaken.

Tee was alvast op onderzoek gegaan naar de achtergronden van mijn schorsing in mijn bediening als waarnemend griffier waartoe de Heer President de vrijdag tevoren had besloten. Hij had mijn boekje “Rechtszaligheden” gekocht. Hij had het doorgelezen. Soms had hij moeten glimlachen: ik kon goed met bijvoeglijke naamwoorden overweg. Maar een minder barokke schrijfstijl kon hij mij toch aanraden. Ik stapelde te veel samengestelde bijzinnen op elkaar in één volzin. Hij meende dat Cremers de indruk had, dat ik dit boekje had gecomponeerd als griffier. En dat ik daarbij leunde op de beraadslagingen uit de raadkamer. Dat mocht natuurlijk niet. Maar daar was geen sprake van geweest. Ik was in februari 1977 aangesteld als griffier bij ministeriële beschikking getekend door Van Dieteren, hoofd HDORR. Het boekje beschreef rechtszittingen vanaf 1975-1976. Ik had deze verslagen als journalist voor de Brabantpers.

Dat had Mr A.J.A. van Dorst, die destijds wetenschappelijk medewerker was aan de Katholieke Hogeschool Tilburg bij de faculteit rechtsgeleerdheid ook omstandig gereleveerd in zijn aanprijzend voorwoord. Van Dorst was destijds óók waarnemend griffier geweest bij de Bossche strafkamer. Van Dorst wees er in zijn aanbeveling op dat de studenten in dit boekje nu eens goed konden nalezen hoe het in een strafzitting kon toegaan en ried dezen aan ook eens zo’n zitting bij te wonen in Breda of Roermond om deze gebeurtenissen te vergelijken met het Tilburgse boekje. Van Dorst had het misprezen als iets te Byzantijns. Iets te reverent jegens de rechters. Dus hoe Cremers dit nu toch ondermijnend had kunnen vinden voor het aanzien van de rechterlijke macht was Tee een raadsel. Cremers had het overduidelijk niet gelezen. En Peijnenburg had een wit voetje willen halen bij de President die altijd veel te veel op zijn ponteneur placht te staan. De rechters uit de burgerlijke kamer hadden natuurlijk om dezelfde reden Cremers verder de gordijnen ingejaagd. Tee kende deze lieden wel. Die dachten dat dat goed was voor hun verdere loopbaan. Inmiddels zat ik met de brokken. Tee ried mij om gewoonweg maar weer bij De Bruin op die kamer te gaan zitten. Ik kon schrijven en vond het leuk. Dus kon ik dat daar ook best doen op die Olivetti. Maar liever niet over de Bossche rechtbank en zeker niet over Cremers. Zo verstandig zou ik toch zeker zijn?

Verder ging Cremers niet over mijn opstelling ter rolle. Men had mij aangesteld wegens de grote achterstanden in de strafsector. Die bleven een feit en het departement zou niet accepteren dat zonder goede grond een griffier niet ingeschakeld werd terwijl hij daarvoor juist gefinancierd werd door HDORR. Trek het je maar niet te veel aan. Cremers zou wel bedaren. Als ik hem niet provoceerde. Dat laatste kon lastig zijn. De man had een eigenaardige lichtgeraaktheid en zag overal prestigeproblemen. Ik kon dus beter niet in de kantine aanschuiven. Kwam ik de vent tegen in de lunchpauze dan moest ik eerbiedig groeten. Tee nam wel contact op met Van Dieteren, want dit was weer zo’n belachelijke storm in een glaasje water waar Den Bosch berucht om was. Had ik niet een oom die Apostolisch Vicaris was geweest in de Archipel? Dat zou Tee dan toch eens en passant zeggen aan Cremers. Want die dacht dat ik een saloncommunist was met terroristische motieven. Dat had de rechter-plaatsvervanger in de civiele sector Huub Willems hem ook wijsgemaakt inmiddels. Willems was ook wetenschappelijk medewerker in Tilburg, net als van Dorst. Willems had het achter de ellebogen. Ook zo’n oerkatholiek met te grote geldingsdrang. Het beste dan maar voorlopig en houd je haaks. Stuur De Bruin even hierheen.