Reichswehr schiesst nie auf Reichswehr

Deze uitspraak is van General Von Seeckt. Was opperbevelhebber van de Reichswehr, in 1920. Het leger van de Republiek Duitsland. Dat was ontstaan bij de wapenstilstand van 1918. Einde van de Eerste Wereldoorlog. De Duitse Keizer was gevlucht naar Nederland. Het Keizerrijk was ten einde. De socialisten kregen de staatsmacht. Maar de militairen waren nog altijd keizerlijke ambtenaren. Ebert was president van de prille republiek. Een ex-zadelmaker. Ongehoord, vonden de meeste militairen. Een zadelmaker als staatshoofd! Terwijl je een Von Hohenzollern gewend bent.

Het leger moest enorm inkrimpen. De overwinnaars wilden geen groot Duits veldleger meer. Dat stond in de vredesregeling. De beroepssoldaten zagen werkeloosheid naderen. Ze namen het niet. Ze kwamen regelmatig in opstand. De Kapp-putsch in 1920 was zelfs een staatsgreep. Georganiseerd door militairen. Ebert en zijn ministers werden bedreigd. Ze vroegen de Reichswehr om bescherming. De staatsvorm werd bedreigd. Bij de Reichswehr zaten de militairen die hun baan hadden behouden. Bij de Kapp-coupplegers zaten de militairen de hun baan kwijt waren. Kapp was een onbenullige rijksambtenaar. Die bij zijn gezond niet wist, waarvoor hij ingezet werd. Ebert vroeg Von Seeckt om militair ingrijpen. Von Seeckt gaf toen het antwoord in de kop.

Ambtenaren blijven ambtenaren. De verweerster is een ambtenaar in de zaak-Robin. Maar de rechter óók. Ambtenaren zijn  onderbewust solidair. En dan: in deze zaak gaat het om het onthouden van aanslaggelden. Door de burger. De gelden die noodzakelijk zijn voor de publieke kas. De rechter kan daarom het inningsvoornemen, links-om of rechts-om op de voorhand billijken, al treedt de gemeente knullig op. Zo knullig, dat de rechter dat wel moet vaststellen. De gemeente geeft dat knullige toe.

De rechter kán dan zeggen: ik vind uw verweer ontoereikend. Ik laat uw beschikking tot heffing niet in stand. Neem maar een nieuwe. Ik wéét dat de rechter daar niet primair toe genegen is. En non-verbaal, die verraderlijke expressievorm, heeft deze rechter dat al aangegeven. Ze heeft haar bovenlichaam steeds reverent toegenegen naar de vrouw die verweerster speelt, al verweert zij zich in genen dele. Dus van Robin áf. De griffier spiegelt zich daar automatisch aan. Die doet dat ook.

Nu kan Robin persisteren. Ik kan opstaan. En meedelen dat de rechter niet mag beslissen de beschikking zomaar te laten, voor wat ze is. Ze moet aanhouden totdat de verweerster wel het dossier compleet heeft. Als ik dat doe, kunnen twee dingen gebeuren. De rechter wordt kwaad. Op mij. En snibt dat zij deze zitting leidt. Wat ik wel denk? Dat deze zaak zonneklaar is en gereed voor eindvonnis. Robin krijgt dan een schriftelijke uitspraak. En de volle mep. Want nu is het een prestigezaak geworden. Voor deze rechter. De tweede mogelijkheid is dat ze, hoezeer nijdig, aanhoudt. De verweerster weet nu precies met welke documentatie ze moet aankomen, zodat de heffing of aanslag volledig kan worden aanvaard in een eindgewijsde.

Robin heeft vertraagd door mij dit verweer te laten voeren. Hij krijgt straks, als hij blijft weigeren te betalen,  de volle proceskosten en zeshonderd Euro te betalen. Van de wal. In de spreekwoordelijke sloot. Hij kan ook de tussenweg, die de rechter wil en doordrukt, belopen. Doet hij dat niet, dan moet hij die hogere voorziening aanwenden. Dat doe ik dan wel voor Robin. Want het is schriftelijk, allemaal. Robin mag bij de hogere rechter zelfs helemaal niks meer zeggen.

Die hogere rechter zal bij de lagere rechter géén verkeerde rechtsopvatting kunnen vaststellen. En ook geen verzuim van vormen. Dat zittingsprocesverbaal zal standaard zijn. En niet gewagen van die non-verbale vooringenomenheid. Dus pakt Robin maar die tussenoplossing. Die beide ambtenaren – rechter en verweerder – dierbaar is.

Deze gang van zaken is normaal. De rechter heeft haar output volgens het managementsmodel. De verweerster heeft poen binnen gesleept. Het target is gehaald. Binnen de tijd van het schema. De griffier hoeft geen procesverbaal te maken. En Robin doet afstand van instantie. Al weet hij niet wat dat is. Hij kan weer ter markte. Met een vervreemd gevoel. De rechtstaat in actie. Aan het model is voldaan. Robin mag in twee termijnen betalen. Als dat maar in de aanzegging tot betaling van de gemeente staat. Zo niet, dan beginnen we weer opnieuw. Reichswehr schiesst nie auf Reichswehr. Dat had Ebert moeten begrijpen. En Robin dus ook.