Paard van Troje

Wim zat niet direct te popelen om met Coopmans te spreken, want hij had inmiddels begrepen dat Coopmans af wilde van de hierboven beschreven volksmennende doctorandus, die jaren lang al deel uit maakte van de polariserende faculteitsraad. Hij ried Coopmans hem aan te bevelen te solliciteren bij een vakbond of iets dergelijks, waar veel op tafel geslagen kon worden en veel  wraakroepend onrecht aan de kaak kon worden gesteld. Wim achtte de man geen wetenschapper. Meer een politicus. En inderdaad was deze persoon lid van de destijds overweldigend geruchtmakende Partij van de Arbeid, Hij behoorde daarbinnen tot de uiterst linkse radikalinski’s zoals eertijds Marcel van Dam, Maarten van Traa en André van der Louw. Zij brachten Den Uyl regelmatig met hun programma “Tien over Rood”  tot deerlijke wanhoop. Ze waren vooral tegen de structuren. En die waren er ontzettend veel.

Dat bleek ook steeds weer via de Wiardi Beckman-stichting. Ze hadden het dus druk. En hun Tilburgse adept op een iets lager en kleiner niveau evenzeer, want er was veel repressieve tolerantie in de textielstad die bestreden moest worden. Zo iemand wilde Wim eigenlijk liever ver uit de buurt houden. Maar Coopmans wees erop dat er bezuinigd moest worden, mede in verband met een nieuw rangenstelsel voor het wetenschappelijk personeel. Er kwamen binnenkort universitaire docenten, hoofddocenten en wetenschappelijke assistenten in opleiding. De doctorandus in kwestie was daarbij een probleemgeval. Hij was in een pretpakket-vrije studierichting afgestudeerd. Hij kon dus niet terecht bij de balie of in de staande of zittende magistratuur zoals andere leden van zijn vakgroep.

Maar bij het strafrecht kon hij zich nog wel profileren, en bovendien gold het hier een doorregen bestuurder, een vergadertijger. Kon Wim niet eens met hem praten? Wim was bijna nooit op of in al die bestuursgremia aanwezig. Kon hij daarbij die doctorandus niet inzetten als een soort blijvende plaatsvervanger? De man kon goed met studenten omgaan. Een ontslagprocedure zou lang, zeer lang duren, ruchtbaarheid veroorzaken – dat kon je gerust aan zo’n doctorandus overlaten – en zou ook in facultair verband gepolitiseerd worden, want het barstte binnen de faculteit van de sociaal-democratische partijmastodonten.  Wim overlegde met mij, want ik was toch vakgroepsecretaris. En ik zag er in zoverre wat in, in die overstap, omdat we inderdaad dreigden te vereenzamen in het facultaire gebeuren. We grepen naast allerlei faciliteiten en subsidies, vooral omdat we maatschappijbevestigend het strafrecht onderwezen en dat niet maatschappijkrities plachten onder te brengen. Die doctorandus kon inderdaad praten als Brugman, misschien kon hij wat meer criminologisch perspectief uitventen en wat linkse praat uitslaan. Bij de studenten, dan. Hij was immers verongelijkt en eiste erkenning en respect. We spraken geheimzinnig af bij het café-restaurant “Boerke Mutsaers” aan de westzijde van het stationnetje Tilburg West.

En daar, gezeten aan een tafeltje met namaakperzen afgedekt, trachtte Wim kool en geit te sparen, want Coopmans tegemoetkomen leek hem wel handig: de man zou eerstdaags wellicht weer dekaan worden. Wim wilde dat de doctorandus de meestertitel zou halen en daarna waarnemend griffier zou worden. Want hij wilde dat docenten strafrechtelijke praktijkervaring op deden. Aan die droogzwemmers had hij niets. En om teejooretiese perspectieven, waarin de doctorandus grossierde, gaf hij niet veel. Maar deze doctorandus gaf schielijk op alles toe. Iets wat doctorandi plegen te doen. Ook dat hij niet zou gaan onderwijzen vanuit abooliesionistisch perspectief omdat de verdachte toch een verdrukte was door de structuren. Dat werd ook graag beloofd. Geen probleem. En aldus haalde Wim een paard van Troje binnen. Maar dat was ook helemaal okee vanuit het aksieperspiectief in Trotskistische zin. Dat zou deze doctorandus ons al direct na heraanstelling duchtig diets maken. Bij gelegenheid van de contestatie vanwege de tweede feministiese golf die kwam aanrollen. Daarop surfte hij gaarne mee. En uiterst bekwaam, dat moet gezegd.