Nicolaas en de Eerste Vredesconferentie 1899

Dergelijke vragen moeten Nicolaas II ook parten hebben gespeeld voordat hij uiteindelijk de uitnodigingen de deur uit deed gaan voor de Eerste Haagsche Vredesconferentie. Nicolaas merkte bijna dag-in-dag-uit dat de grote mogendheden verwikkeld waren in een waanzinnige wapenwedloop. Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Oostenrijk-Hongarije voorop. En zijn eigen Rusland probeerde amechtig in de pas te blijven bij het steeds sneller en krijgshaftiger marcheren. Het Veldleger in westelijk Rusland had net een grote beurt gekregen. Het was voorzien van gloednieuwe artillerieregimenten met mortieren en snelvuurkanonnen met zeer grote dracht, die terugstootloos konden vuren op rookloos kruit, daarbij kartets- en brisantgranaten voortstuwend die op het menselijk lichaam na explosie een vernietigende werking konden hebben.

De vijandelijke soldaat werd in één flits in stukken gereten door een hooggierend aannaderend projectiel dat op zichtwaarneming niet te detecteren viel, niet naar baan, herkomst, samenstelling en doelrichting. Aangezien de granaatscherven in duizenden flinters rond flitsten in stellingen, linies en loopgraven konden aldus tientallen infanteristen tegelijkertijd uitgeschakeld worden. Dan waren de infanteristen-bataillons voorzien van een nieuw karabijngeweer dat automatisch bijlaadde na elk schot en dat dum-dum-kogels kon afvuren, mits de loop werd voorzien van een soort opzet-eindloop die, doordat ze getrokken was, de kogel deed rondwentelen tijdens de vuurvlucht. Ook deze kogels explodeerden in het menselijk lichaam.

De linie-pelotons hadden verder de beschikking gekregen over mitrailleurssecties. Deze snelvuurwapens schoten ook weer in één oogwenk honderden kogels over de vijandelijke linies. Ze waren voorzien van met water te vullen mobiele koelingboxen die het heet draaien van de voordien handmatig geslingerde looptrommels voorkwamen of temperden. Werden deze mitrailleurs op enfilerend, dus kruisend, vuur ingeschakeld waarbij de vuurstoten van twee of meer mitrailleurs haaks op elkaar werden uitgebracht, dan ontstond een vrijwel ondoordringbare regen van gillende kogels. En dat was nog maar één aspect van de zo kostbare moderniseringsoperatie. De rijksbegroting was er op lek geslagen.

En toch wist Nicolaas maar al te goed, dat deze vernieuwingen niet voldoende waren om gelijke tred te houden met de welhaast waanzinnige uitbreidingen van de slagkracht die het keizerlijke Duitse defensie-apparaat bezig was uit te voeren, deze keer ook te water en in de lucht. De Duitse Rijksdag keurde ondanks sociaal-democratisch verzet steeds weer de bijbehorende kredietwetgeving ter aanvulling van de Rijksdefensiebegroting goed. De Duitse Keizer Wilhelm was van zins vlootwetten te bevorderen die voor jaren lang de aanwas van slagschepen-smaldelen verzekerden. Deze grijze mastodonten, bestemd voor de transoceanische vaart, konden helemáál een massale vuurkracht ontwikkelen waaraan Nicolaas niet eens durfde te dénken.

Londen had al geprikkeld gereageerd. Het had de grootse oorlogsvloot ter wereld. Whitehall had doen weten dat Brittannië die nodig had voor de afdoende bescherming van zijn enorme Imperium dat een groot deel van de aardkloot overspande. Whitehall had in geheime nota’s erop gewezen dat keizerlijk Japan doende was ook een slagschipvloot in de vaart te brengen. Als het dat deed werden Frans-Indo-China, Nederlandsch-Indië, China, maar ook Siberië en de voor die kusten gelegen archipelgroepen onder Russisch beheer direct bedreigd door Japanse maritieme invasies.

De Tenno scheen daarop af te stevenen. Hij had steeds meer bezwaren  tegen Russische consulaire enclaves in China en Korea. Hij wenste een Russische oorlogshaven in dat laatste gebied niet langer te tolereren. Hij scheen uit te zijn op kolonisaties in Mantsjoerije.  Een uitbreiding van de Russische oorlogsvloot oostelijk van het rijk, in de Chinese Zee en noordelijker, zat er gewoonweg niet in. Geen geld. Zou, zo overwoog Nicolaas, een beroep op het volkerenrecht ter beheersing van deze duizelingwekkende bewapeningen, te dezen geen uitkomst kunnen bieden? Iedereen die bij zijn verstand was moest toch inzien, dat dit alles rampzalig zou aflopen?