Machtstoxen

De huidige kamer- en kabinetsleden komen voort uit een intellectuele bovenlaag die van jongsafaan geen enkele connectie heeft opgebouwd met de sociale onderbouw waarop het fundament van de rechtsorganisatie die we “staat” noemen rust. “Staat” is herkomstig uit de Latijnse uitdrukking: “Status Reï Publicae”. Het is potjeslatijn, gebruikt bij de redactie van de verdragen die tezamen in 1648 de Westfaalse Vrede opleverde. De partijen die deze vrede wilden afparaferen hadden voor het eerst te bewijzen dat ze garant stonden voor een bepaalde bestendigde volkerenrechtelijke staat van de organisatie die ze voorgaven te vertegenwoordigen. Sedert 1520 had, mede door de godsdiensttwisten zowat heel Europa overhoopgelegen. Er waren rijken teloorgegaan. Maar ook nieuwe opgericht. Er waren steden die beweerden de rechtsopvolger te zijn van een vorstendom.

Zo was er die gekke kruideniersvereniging in de moerasdelta van Schelde, Maas en Rijn, waarvan ook een stelletje boekhouders met procuratie kwamen opdagen. Die vereniging wilde óók aftekenen in het presentieboek. Maar wat was haar staat?  Was ze eigenlijk een rechtspersoon? Ze had geen koning en zelfs geen voorzitter. Was ze in het publieke domein een zelfstandige entiteit die oorlog had gevoerd? Kon ze die staat hardmaken in het publieke domein met andere vorsten?  Dat kostte die club nog heel veel moeite, voordat ze die publieke staat kon hardmaken. Vandaar de uitdrukking. Dat geharrewar kun je nog opmaken uit de geloofsbrieven van die kruideniers.

Dat kun je op dit moment ook bij alle partijen die op enigerlei wijze regeringsverantwoordelijkheid eisen. Ze zijn van hun a-propos. Omdat ze electoraal flink door elkaar geschud zijn. De coalitiepartijen willen hun staat reconsolideren na die aardbeving. Sommigen van hen hebben hun voortbestaan als politieke partij op het spel gezet met een regeerakkoord dat voor de staatshuishouding in de agrarische sector over gedetailleerd is, en niet alleen op het stuk van de stikstofuitstoot. De berekening van forfaitaire fosfaat in dierlijke mest – ongeacht de voedings- en beweidingswijze – is er symptomatisch voor. Maar ook over de wijze van berekening van de marktprijzen per hectare bewerkt agrarisch oppervlakteland bij vrijwillige uitkoop.

De inmenging van expertises van derden buiten de Tweede Kamer is overduidelijk en eveneens dat de resultaten daarvan een sacrosancte waarde hebben gekregen. Het wijst erop dat dat al afspraken zijn gemaakt met toekomstige economische partners hoe het met de her aanwending van de vrijgekomen percelen grond na uitkoop verder moet gaan. Want die regelingen en uitvoeringsarrangementen zijn gesteld in een jargon dat wijst op inmenging van projectontwikkelaars. Gaat de uitvoering van het akkoord uiteindelijk niet door op de voorgestelde wijze dan kunnen schadeplichtigheden ontstaan aan de zijde van de staat. Het is wel vaker voorgekomen dat aan de volksvertegenwoordiging werd voorgespiegeld dat uitvoeringsakkoorden nog conceptueel waren terwijl de bindende aannemingscontracten getekend waren.

Dat is echt geen neoliberaal verschijnsel. Ook in de periode dat de socialisten of confessionelen oppermachtig waren in het regeerkasteel gebeurde dat. Vooral als daar royale schenkingen waren voorafgegaan voor een bepaalde partijkas. Oorzakelijkheid tussen schenking en dichtheid van regeerakkoord is vrijwel nooit bewijstechnisch hard te maken, zeker niet met inachtneming van de in strafprocedures gangbare bewijsminima. Causaliteiten berusten doorgaans op waarschijnlijkheidsberekeningen die nooit spijkerhard zijn. Maar daarmede is het niet-bestaan van oorzakelijkheid zeker niet zonder meer rechtsgeldig aangetoond. Maar wel blijkt dan dat er paden zijn betreden die op dat moment voorzien waren van het verboden toegang-bordje. Hetgeen doorgaans wederrechtelijk is.

In een staatkundige werkelijkheid waarin niet de waarheid maar een aanvaardbaar narratief voldoende is tot rechtvaardiging van opstellingen die ethisch en moreel de toetsen van kritiek niet kunnen doorstaan speelt dat bordje dan nauwelijks een rol. We moesten erdoor of erover, daarom trokken we ons van het verbod niets aan. Dat hoor je vaker, vooral als iemand een onbegrijpelijke haast heeft. De beweegredenen worden later duidelijk. Dan heeft de wederrechtelijke toegangsverschaffer al lang de feitelijke werkelijkheid aan zijn zijde. Gedane zaken nemen geen keer. Dat was het waarom Acton aan macht zulks een toxische werking toekende. Geen bijwerking. Een hoofdwerking.