Japanse rancune

Nu werd het Land van de Rijzende Zon ter dege geïnformeerd over de uitnodigingsstrategie van Nicolaas, diens concept-agenderen, diens prioriteitsstellingen  en vooral de plaats van samenkomst. Dat lang voor de hand. Het koloniale Nederland met zijn factorijen in het Verre Oosten tot in China was het enige land in het westelijk halfrond dat sedert de zeventiende eeuw bestendige commerciële beurtvaart had mogen onderhouden met Japan. Weliswaar mochten de Hollanders niet van een kunstmatig poldereiland afkomen gelegen in de baai van Nagasaki, om zelf landinwaarts handelsdebiet te vestigen in het merkwaardige en mysterieuze eilandenrijk. Tussen eiland en oeverwal lag een lange brug met meerdere poorten die bewaakt werd door Japanse politie en douane.


Niet zozeer om in en uit te klaren. Maar om de Hollanders te beletten met hun hervormde godsdienst op calvinistische grondslag de bevolkingen uit het achterland op rare staatkundige gedachten te brengen. Dat vond de premier van de keizerlijke regering niet goed. De shogun. De calvinisten hadden over de staatsinrichting de raarste denkbeelden. Zo vonden zij dat de onderdanen rechtmatig in opstand mochten komen tegen het wetmatige gezag. Als dat tot tirannie vervallen mocht zijn. Dat was te gek. Maar ze hadden ook de idee dat autonomie en medebewind toekwam aan de mindere bevolking. Dat hield, aldus de shogun die van de ene verbazing in de andere viel, natuurlijk samen met de poldercultuur waarbij de ingelanden vaak beter de waterstaatkunde beheersten dat de bestuurders zelf. De shogun  had het galjoot “De Liefde” uit Rotterdam toegestaan op de rede te ankeren in de vroege jaren van de zeventiende eeuw voor Nagasaki.

Hij had de bemanning medische hulp laten geven, vooral ter bestrijding van haar scheurbuik. Hij had wat van de lading aanvaard als geschenk, maar hij was vooral gefascineerd geweest door de kanons en het schegbeeld  onder de evenwichtskluiver. Hij had een artilleriedemonstratie laten geven en had kanons besteld. Dat beeld, dat was een zekere Erasmus, een gewone burgerman, en dat was echt bijzonder. De schipper had verteld wat deze Erasmus op zijn conto had. Dat had de shogun interessant gevonden. Hij begreep er niet veel van. Die schipper evenmin. Maar er was dus een Boek der Boeken, dat deze Erasmus hertaald had, en dat de basis was van een goddelijke openbaring. Die beviel de shogun niet. De Hollanders brachten nieuwe zaken aan, zeker, maar ze hadden praatjes die niet goed waren voor de Japanse bevolking. Ze kwamen niet verder dat dat eiland. En westerlingen in het algemeen kwamen het eilandenrijk niet in. Tot 1853. Zie hierboven over commodore Perry.


Sedert 1856 waren de verhoudingen met Rusland gespannen. Dat had de Krim-oorlog verloren. Zie hierboven. De Britten, Fransen en Ottomanen waren de Russen militair de baas. Dat kon Japan ook wel proberen. De Britten hadden dezelfde maritieme belangen bij de Chinese Zee en de Stille Oceaan als Japan. Nicolaas ging nu iets beramen wat een Vredesconferentie heette. Daar moest Japan bij zijn. De Britten poogden immers de Japanse schepen overal te weren in Azië. Dat moest een einde nemen. In Korea was Rusland actief, gewapenderhand, het had daar een oorlogshaven. Dat was niet voor niets. Daar vond Japan echt wat van.

Het wilde dus op deze conferentie uitgenodigd worden als mogendheid. Nicolaas had bij de eerste uitnodigingsronde gestipuleerd dat alleen christelijke staten welkom waren. Dat kon Nederland niet goedvinden. Japan was verwesterd, het had al een flinke vloot, het had koloniale ambities, dus Het Plein zorgde er maar voor dat Japan bij deze conferentie vertegenwoordigd was. Christelijk, dat was in deze context identiek aan “beschaafd”.  Dat wás Japan, Den Haag wist het goed, daar had het meteen werk van moeten maken. Dit was meten met meerdere maten tegelijk, Sint Petersburg had in continentaal China nog meer koloniale ambities. Daar kon Japan last van krijgen. Azië was tenslotte voor de Aziaten. Japan nám dit niet. Het kon Nederland in zijn Archipel nog behoorlijk hinderen, dat zou Den Haag nog merken. Op Batavia in Java werd druk uitgeoefend, die merkbaar werd aan koloniën op dat Plein. Er waren veel Japanners al sedentair in Java.