Geen gelul: smul gebak van Krul

Onder mijn dubbele bovenhuis met aparte opgang zit een winkelcomplex, dat sedert 1920 werd uitgebaat door de beroemde bakker Krul. Een nevenvestiging overigens. Het hoofdkantoor zat in Het Noordeinde. Deze bakker excelleerde in feuilletédeeg als bakbodem voor de Haagsche petitfourtjes van die dagen. Hij had achter het winkelcomplex dat openbaar toegankelijk was de bedrijfsruimten waar stoomkneedmachines deze bodems letterlijk in elkaar stampten. Er was dus ook een ovengalerij met verschillende temperatuurstanden waarin deze bodems afgebakken werden.

Verder een atelier, waarin de vullingen van bodems werden gemaakt en, indien dat bij voorraad mogelijk was, de buitengewoon suikerhoudende aftopsels. Met name de chocolademousse van Krul was befaamd, versierd met op het allerlaatst toe te voegen roomtoefjes en advocaatbolletjes. De hele Haagsche sjiek kwam dan ook hier aan de Breitnerlaan gebak kopen en eten. De vervaardiging van dat gebak leverde veel burengerucht en geluidshinder op. Maar Krul overwoog dat het perceel zijn eigendom was en dat hij dus kon doen wat hij wilde. De Hoge Raad maakte daaraan een einde bij zijn beslissing die door het leven ging als “Het Bakker Krul-arrest”. Een wetsverleggende beslissing. Wie zijn candidaatsexamen in 1972 wilde halen moest het uit het hoofd kunnen opzeggen. In Tilburg. Misschien wist men elders te relativeren. Het was een belangwekkende nering die Het Benoordenhout koesterde.

Want het Paleis Ten Bosch ligt hier op een steenworp afstand vandaan. Wilhelmina besteeg drie maal per week haar fonkelende Fongers en kwam dan de Benoordenhoutse straatweg affietsen, op weg naar de lunchroom van Krul. Dat was toen een culinair lustoord van grote klasse. Immers: Krul baatte een groot en delicaat restauratief assortiment uit. Je kon er zoetwaren krijgen, zeker, maar ook zoute patissierskunstwerken met visbeleg, kaviaar uit het Donjetsbekken — betrokken via de Russische consulaire nevenvestiging, hier vlak in de buurt — en een grote variëteit aan krabsalades.

Een bakwerkje van onder één piek (een Hollandse gulden) was niet verkrijgbaar. Men moest bovendien een plateau bestellen. Onder een tientje kon de klant niet terecht in die lunchroom. Dat was dus voor de gewone man modaal onbetaalbaar. En daar ging het ook om. Die lunchroom was gemeubeld en ingericht in art nouveau stijl door de firma Mutters, die ook had voorzien in uiterst ravissante dienovereenkomstige beglazing via glas-in-loodwerk. Deze lunchroom lag onder mijn behuizing, waar Krul zelf resideerde. Ik heb er een fotoboek van.

Steeds, natuurlijk, met Wilhelmina incognito op het enorme terras omringd door de nodeloos luidsprekende lagere adel uit de buurt, die als een zwerm spreeuwen direct kwam neergestreken op dat terras zodra de blijmare ging dat de geëerbiedigde landsvrouwe op dat terras, bescheiden als Napoleon in zijn jonge jaren, was neergestreken. Het mens was vooral goed in het vingerknippend terugzenden van plats du jour die niet aan de maat waren en rekende nooit af.

Maar ze genereerde ongekende reclame voor de zaak. Krul heeft dus nooit geprotesteerd. In die lunchroom is na 1956 een sigarettenwinkel gekomen, daarna een groentezaak en vervolgens die kapsalon van Marijke Bosch-Toorenburg. Die heeft er zevenenveertig jaar gezeten. Met haar sullige Rob. Die liever sergeant was gebleven in het destijds zo roemrijke Nederlandse leger met zijn verpletterende staat van dienst. De lunchroom was voor een habbekrats te betrekken.

Want Krul ging failliet. Onbarmhartig. Zijn handgemaakt gebak met de beste kwaliteit van aftopping, vulling en handmatige afwerking was na de Tweede Wereldoorlog onbetaalbaar geworden. Bovendien was Wilhelmina in Londen wanstaltig dik geworden. Ze gebruikte veel benzedrine en metamfethamine tegen de zenuwen. Daar schijn je een permanent hongergevoel van te krijgen. En instabiliteit in de psyche. Wilhelmina, met de zelfoverschatting haar eigen, meende dat de Duitsers het met hun nachtelijke bombardementsaanvallen op Groot Londen op háár persoonlijk gemunt hadden en daar wordt een mens onrustig van. Ze kwam dus in de periode dat Nederland herrees onder Drees niet meer bij Krul. Ze moest dringend vermageren. Einde klandizie. Van alle cliënteel.