De roomse Kerk surfte op de Romeinen mee

De rooms-katholieke kerk heeft er na de grote westelijke reformatie altijd grote moeite mee gehad om te erkennen dat zij uit geopolitieke overwegingen meesurfte op de Romeinse culturele infrastructuur die de bevolking van Latinum gewapenderhand uitrolde tot aan de Rijn van Katwijk tot Bazel. Zij introduceerde de gedachte dat de vijfde en zesde eeuw een totale verstoring van de diverse volkshuishoudingen deden zien door de gigantische volksverhuizingen van Teutoonse oorsprong, waarbij zij zorgvuldig vermeed de ethnische herkomst van die Teutonen te expliciteren. De kerk bracht, het christendom introducerend en de Romeinse rudimenten van beschaving verwijderend, een nieuwe economische en culturele infrastructuur te weeg in West-Europa door een geheel nieuw systeem van moraal, ethiek, geloofsbelijdenis, religie en ritualistiek neder te doen dalen in het geschonden Avondland.

Zij bracht het zo superieure universele canonieke recht tot stand dat de stadstaten van deze periode in staat stelde tot de ontwikkeling van een internationaal privaatrecht. Wel bezigde de kerk daarbij de Romeinse begrippen naar woordluid. Contract, consensus, crimen, delictum, derogatio, mandatus, representatio, auctoritas, contractus, causa proxima, die begrippen waren nu eenmaal ingedaald in het gangbare volkslatijn. Het steenkolenengels van die tijd. Waarom zou men het zichzelf moeilijk maken en een kunstmatig esperanto in gaan voeren? Bartolus de Saxoferrato geeft daarom het systeem van het kerkelijk privaatrecht weer in zijn systematiek in dat vulguslatina. En hij geeft op voor welke onderwerpen en op welke zedelijke gronden die stadsstaten daarover verdragen kunnen sluiten en elkaar rechtshulp kunnen borgen. De inhoud van de termen is echter op grond van de Openbaring vernieuwd en bijgepunt, vooral voor wat betreft het schuldbeginsel.

Risico-aansprakelijkheid, waarmee de Romeinen zo graag rekenden, mag niet langer. Je mag iemand pas schade- en schuldplichtig achten voor de gevolgen die wederrechtelijk waren en waarvan hij had kunnen en behoren te voorzien dat ze gingen intreden ten gevolge van een bepaalde gedraging. Christus, de doodssnik gevend aan Zijn kruis, heeft Zijn Vader toegekreten: “Vader, reken hen dit niet aan, zij weten niet wat ze doen!” Dat moet de aansprakelijkheidsleer ingrijpend herijken!  Rente is ongeoorloofd. Slechts met eigen talenten mag men woekeren en niet in klinkende munt, dat heeft Jesus geboden. De mens is Gode gelijkend. Dat moet het uitgangspunt zijn. Maar dan moet die mens Gode gehoorzaam zijn en zijn wil als werktuig in Zijn heilsgeschiedenis uitvoeren, leert Thomas van Aquino. Heidenen die die heilsgeschiedenis kùnnen kennen en dat niet willen, vallen dus buiten Gods heil.

Ze kunnen daarom slaaf zijn en onderwerp van een handelsovereenkomst. De Romeinen hadden dat als algemeen uitgangspunt. Het was niet onzedelijk. De kerk kan daarin meegaan. Maar heidenen kunnen bekeerd worden. Geloven zij oprecht, dan ligt het genuanceerd. Ze kunnen verkocht worden. Zeker.  Maar niet als ze desbewust Christen zijn geworden door een vrijwillige buiten noodtoestand aanvaarde doop. Die Christenen mogen daarom door de kerk nooit gevonnist worden tot de doodstraf of lichamelijke verminking. Dat zou immers een vergrijp zijn tegen een wezen Gode gelijkend. Dus moet de kerk die vonnissing overlaten aan heidenen. Ecclesia abhorret a sanguine. De kerk gruwt van bloed. Dat van die Christenen.

Zo komt een hertaald rechtssysteem tot stand, dat alleen in luid nog lijkt op het Romeinse. Alles wat de Romeinen hebben moeten achterlaten op hun tochten ter kolonisatie moet worden omgevormd tot christelijke nutsvoorwerpen die na wijding sacramentele bedieningen kunnen instrumenteren. Heidense tempels worden christelijke kerken, graag zelfs, want daar waren de mensen al religieuze cultus gewoon. De striper Nehalenniasteen moet dus als de wiedeweerga bijgepunt worden. Moeilijk  kan het niet zijn. Die vrouwenfiguur wordt dus Maria, Moeder Gods, Theo-tokos. Een makkie. Twee duisterlingen worden gepolijst tot apostelen en een pilaar wordt kruisopstand.

Zo triomfeert het Christendom in deze streek, zij het niet zonder geweldpleging. Dat is nu  eenmaal onontkoombaar. De dedicatie aan een Romeinse divisie kan niet weggeschuurd worden, maar wel door beribbeling onleesbaar gemaakt. Dat heeft geen haast. Zo gaat antiek Rome feilloos over in het Rome van de Paus. Zoals de bedoeling is van de eerste rector uit Woensel. Die over de moerassen en heidenplaggen tussen de gagels komt aangeplast naar die stripe, om daar een schuurtje bij de steen om te toveren in een bedehuisje waar een uitvaart kan worden gehouden, een doopsel verstrekt en communie uitgereikt. De gewijde hosties brengt hij mee. Uit een stenen kerk bij de Won-celle waar wel de mis volledig opgedragen mag worden. Zo trekt Rome ongedacht aan het langste eind. Zij absorbeert het heidense, dat toch niet barbaars is. Allemaal te Stripe. Waar nu belastbare feiten kunnen worden geturfd. Want dopen, dat kost iets. Een schepel rogge.