Bij de oprichting van het Europees Openbaar Ministerie is de verdediging nergens

Lezingen van Th.J.H.M. Linssen cs. Advocaten (2008) Het voorliggend boekje houdt zich vooral met de strafrechtelijke ontwikkelingen binnen de Unie, thans met zijn zevenentwintig partners, bezig en bespreekt met name de wegversmallingen naar het Luxemburgse Hof als de voorstellen, vervat in het Verdrag van Lissabon, de nieuwe Europese Grondwet van de Unie, uitgevoerd worden zoals zij thans voorliggen. Zoals het kantoor reeds bij pleidooi deed in beide genoemde steden – Dickensiaans is sprake van een “Tale between two cities” (al had de Victoriaanse auteur daarbij Londen en Parijs op het oog) – zijn er zorgen te articuleren betreffende de “evenredigheid van procespositie” (equality of arms) tussen vervolgingsinstantie en verdediging in Europese strafzaken. Noch in Luxemburg noch in Straatsburg bleven het kantoor Linssen cum suis Advocaten ongehoord. Moge dit boekje, in het Nederlandse taalbereik, aan hun pleitredenen in dit opzicht nadere kracht bijzetten, nu vooral binnen de groep van de uitoefenaren van het “nobile officium” de advocatuur, dat Kantoor Linssen cum suis Advocaten al zovele jaren con brio é da capo uitoefenen. Zolang de verdediging van zich kan doen horen, is zij, ook in het Brusselse, overal. En niet “nergens”. Om de essentie van dit geschriftje ook in een breder taalmassief ingang te geven, is een Engelse samenvatting toegevoegd.