Aangiften tegen COVID-genocidi bij een supranationaal tribunaal

Een aantal private personen en organisaties hebben recentelijk aangiften gedaan tegen grotere farmaceutische multinationals, supranationale organisaties en staten bij het Internationale Permanente Strafhof in Den Haag. Deze aangiften verwijten deze aangeklaagden dat zij de huidige COVID-pandemie aangrijpen om via chemische preparaten, die zij als “vaccins” trachten te slijten, een onherroepelijke intoxicatie te verrichten ten laste van nationale bevolkingsgroepen. De aangevers noemen dat “autogenocide”. Zij klagen dat het om vaccins gaat waarvan de middellange termijn-effecten en zeker de langere termijneffecten niet met redelijke zekerheden te definiëren zijn. Er wordt, zeggen de aangevers, ontoelaatbaar geëxperimenteerd met de volksgezondheden van de naties.

De farmaceuten en de regeringen experimenteren. Ook nog met de eigen, nationale, bevolking. Deze groepen kunnen daardoor behept raken met defecten van biotische aard die de volksgezondheid onherstelbaar aantast. De stellers van de aangiften spreken van daarom van een auto-genocide op de eigen nationale bevolkingsgroepen. Deze volkerenmoord wordt voltrokken, dat is het meest morbide aspect,  door tussenkomst van de eigen nationale overheden. Deze aangiften zijn gedeponeerd bij de Aanklager van dat Strafhof. Geldt het hier weer eens de zoveelste hysterische reactie van een groep wappies die meesurft op het universele onderbuikgevoel dat de mensheid heeft bevangen sedert het begin van datgene wat we de COVID-pandemie zijn gaan noemen?

Als we de verzameling aangevers bekijken zitten daar personen onder die een zeker wetenschappelijk gewicht hebben verworven voor het wereldforum. Zowel medisch, toxicologisch, juridisch, moreel en staatkundig. Op het eerste gezicht zullen dat niet zonder meer wappies zijn. Op het tweede gezicht misschien wel. Gekte is niet gereserveerd voor onderklassen. Maakt de actie kans? Daar wil ik eens op in gaan vanuit klassiek volkerenrechtelijk standpunt. Ik stel meteen vast, dat de aangevers aan het verkeerde adres zijn. Ze hebben hun aangiften gedeponeerd bij de Aanklager van het Permanente Strafhof in de Haagse duinen tegenover de Van Alkemadelaan.

Het gaat om een supranationaal straftribunaal, dat universele rechtsmacht kan uitoefenen over genocide. Ook deelneming aan genocide en ook voorbereiding en  poging daartoe. Dat wil zeggen: voorbereiding daarvan en daartoe, maar ook mislukte volkerenmoord. Het Statuut van het Strafhof verklaart het bevoegd inzake genocide, ook, indien de genocide niet in een begin van uitvoering is gekomen. Bijvoorbeeld, omdat de daartoe aangewende moord-middelen absoluut ondeugdelijk zijn gebleken. De verdachten hebben toxicaten gebruikt, maar die konden toch, uiteindelijk, het beoogde effect niet te weeg brengen omdat, wederom, bij voorbeeld, de meeste menselijke lichamen uiteindelijk een onverwachte auto-immuniteit in reactie op massale inentingspraktijken plegen te ontwikkelen. Dat is iets wat de verdachten redelijkerwijs nog niet konden voorzien toen zij hun vaccins in massale omloop brachten, zeggen de aangevers. Dat is pas achteraf, nadat een groot aantal experimentele trajecten zijn afgelegd, steeds met welwillende medewerking van regeringen, medisch overtuigend gebleken. Dat is een bevinding ex post. Dat konden de organisatoren van deze geplande auto-genocide tevoren niet weten en niet redelijkerwijs voorzien: ze hadden nog niet voldoende testervaring. Een ding staat vast: die aangiftes zijn bij de Aanklager van het Permanente Strafhof aan het verkeerde adres. Voorshands. Maar dat kan dus verkeren.

Die Aanklager kan deze aangiften niet in behandeling nemen. Het Hof heeft een oprichtingsstatuut, als iedere supranationale rechtspersoon. Dat kent dit soort aangiften niet. Nog niet. Daarover is bij de oprichting van dat Hof nooit nagedacht. En er is véél nagedacht over de rechtsmachtkring van dat Hof: sedert 1946 tot 1993 zijn in verband van de Verenigde Naties allerlei aangifte-scenario’s door expertgroepen doorgenomen. Maar dit specifieke geval, dat duidelijk betrekking heeft op een pandemie die de mensheid overvallen heeft als een spookdroom, is nooit opgebracht tijdens de eindeloze zittingen van de Ad Hoc-commissies waarvan ik sedert 1993 deel uitmaakte namens Nederland.

Maar het Hof kan, op aanwijzing van de staten die het Hof erkennen als supranationale rechter, en die bereid zijn hun staatsapparaten ter beschikking te stellen voor de uitoefening van de jurisdictie, een nieuwe  rechtsmachtkring opgedragen krijgen. Dus: een nieuwe verzameling misdrijven of een nieuwe “toestand” die bedreigend is voor de wereldrechtsgemeenschap. Dat kan bij resolutie van de Assembly of States Parties (ASP). De familie van staten die het Hof hebben erkend als hoogste rechtseenheidrechter boven hun nationale jurisdicties. Nederlands is er zo één. De EU óók, en dat is nu echt een internationale statenconfederatie die zich tot die erkenning onvoorwaardelijk gebonden heeft. Als de ASP zulk een resolutie slaat, wijst zij het Hof aan als een Ad Hoc-tribunaal dat die misdrijven of die toestand strafvorderlijk kan gaan onderzoeken op strafrechtelijke aansprakelijkheden van organisaties, regeringsleiders, topambtenaren en technocraten die ingebed zijn in staatsorganisaties.